Is je paard gezond dan kan het bij winterse temperaturen prima buiten staan.
Let wel op het volgende:
-Het paard moet voldoende ruwvoer (hooi) ter beschikking hebben. Door vezelrijk voedsel te verteren produceren paarden warmte.
-Hou of maak het drinkwater regelmatig ijsvrij. Sommige paarden drinken minder als het water ijskoud is, vul de drinkbakken dan met kraanwater.
-Het is fijn als de paarden een schuilstal hebben of een plekje uit de wind. Mocht er geen schuilstal zijn is het toch nog altijd beter om de paarden buiten te houden en niet opgesloten in een stal. Buiten kunnen ze zich vrij bewegen waardoor ze ook warm blijven.
-De wintervacht houdt het paard warm. De haren gaan een beetje overeind staan en de lucht tussen de haren heeft een isolerende werking. Sommige paarden hebben een deken nodig (zieke of oudere paarden) maar bij gezonde paarden werkt een deken averechts. De haren worden platgedrukt en de vacht verliest zijn natuurlijke functie. Zie je een laagje sneeuw op de vacht van het paard? Dit is niet zielig maar het betekent juist dat de vacht goed isoleert.
-Staat je paard vaak op stal of is hij geschoren? Dan heeft de wintervacht zijn natuurlijke functie verloren en zal hij minder goed bestand zijn tegen deze koude temperaturen.